Vorige pagina
Schijn bedriegt
Geregeld rijd ik langs haar huis als ik het treinstation van Vathorst passeer. Sarah was me altijd een beetje bijgebleven. Tijdens de controles was het altijd gezellig. Ook haar mooie werk en prachtige huis weet ik me goed te herinneren. Ze hadden destijds hun eerste zoon gekregen, waar ik nauw bij betrokken was. Alles leek bij hen te kloppen. De laatste keer dat ik hen zag trok ik de deur achter me dicht en liet ik een volmaakt gelukkig gezin achter. De jaren verstreken en ik nam aan ze het bij één kindje wilden houden.
Niks was minder waar. Opeens kwam ze na al die jaren mijn spreekkamer in het Medisch Centrum Vathorst binnenlopen. Verheugd keek ik op. Wat een leuke verrassing om deze charmante vrouw weer eens te zien! Een beetje kil nam ze plaats. ‘Doe maar gewoon de echo’, zei ze. Voor veel vrouwen is de eerste echo erg spannend, dus ik deed wat ze me vroeg. Op het beeldscherm zagen we een heel klein vlekje met een kloppend hartje. Ik keek haar aan en zag een twinkeling in haar ogen, maar ook gereserveerdheid. Dat zie ik vaker, maar ik wilde graag haar verhaal horen. Was er een lange kinderwens of had ze een miskraam meegemaakt? Ik vroeg Sarah of ze me wat wilde vertellen.
‘Ik durf er gewoon nog niet op te vertrouwen’, zei ze. ‘Mijn leeftijd tikt door en onze hoop is al zo vaak vervlogen. Ik moet het eerst nog maar eens zien.’ Sarah vertelde alles. Al jaren kreeg ze de vraag of er nog een tweede kindje kwam. Het feit dat ze dat dolgraag wilde hield ze liever voor zichzelf. De omgeving dacht dat ze haar leventje dik in orde had met haar mooie huis en schattige zoon. Inwendig brak ze elke keer weer als er ze ermee werd geconfronteerd. Haar verdriet viel haar zwaar. Ze kon het niet over haar hart krijgen om anderen te vertellen dat hun plaatje niet perfect was.
Een week later belde Sarah in tranen. Ze had bloedverlies, veel bloedverlies! Op de praktijk kwam ze kil en verslagen de spreekkamer binnen. Ik zette de echo op haar buik. Een steek ging door mijn maag, het vlekje had geen kloppend hartje meer. Dikke tranen rolden over haar wangen. Verdriet, maar ook veel boosheid. Waarom wij?! Dit was zó wrang! Ze liep de spreekkamer uit en zuchtte. Ze had het gevoel nooit meer een stap over deze drempel te mogen zetten… Met een brok in mijn keel bleef ik achter.
Ik heb haar nooit meer in mijn praktijk gezien. Zou het echt bij een prachtig huis en één lief kindje blijven? De omgeving denkt dat ze volmaakt gelukkig zijn, maar hier geldt dat schijn bedriegt ….